Spreekwoord I

  • AFDRUKKEN
  • VERSTUREN

Spreekwoorden

Een spreekwoord heeft altijd de vorm van een mededelingszin (het is bijvoorbeeld geen vraag) met de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).

Het is een uitspraak met een algemene levenswijsheid, een bevestiging van de orde der dingen: zo gaat het nu eenmaal in de wereld.

Voorbeelden van spreekwoorden zijn: 'Na regen komt zonneschijn', 'Boontje komt om zijn loontje' en 'Oost west, thuis best.'

IJzer
Men moet het ijzer smeden als het heet is.
Handelen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn.

Men kan geen ijzer met handen breken.
Je kunt het onmogelijke niet mogelijk maken.